donderdag 10 september 2015

Ik en mijn Drentsche Paradijshond

Ik mis haar al een beetje. Charlotte.
Gister was ze er nog.
'S middags liep ik met mijn grote, enge elektrische heggenschaar over het park, op weg om mijn geliefde heg wat in te tomen. En daar staarden twee gele, zachte ogen me aan. Een prachtig wit lijf met melkchocoladebruin, lang haar.
Na een heel zachte aai over de bol en fluffy oren liepen we rondjes over het park. Alsof we nooit anders deden. Je kon voelen dat er echt iets naast je liep. Sterk, eigenzinnig en pronkend. Heel wat anders dan Doerak. Vol trots liep ik met mijn paradepaardje rond. Sjaan riep me toe dat het een prachtige Drentsche Patrijshond was. Ik hield het bij een Heidewachtel. Hoe dan ook, ze was prachtig en alles leek zo soepel te gaan. Alsof het voorbestemd was. Mijn fantasie sloeg op hol en ik bedacht me hoe het vannacht zou gaan, met Doerak samen. Er zou vast gauw een nestje komen. Oei. Nog even wat op verzinnen.
Later, op de veranda, dronken we wat. We hadden erge dorst gekregen van al dat lopen. Doerak vond haar direct interessant. Nog steeds geen telefoontje. Dan nog maar even lekker de spanning eruit wandelen. Met zijn drieën ging dat nog best lastig. Ik kon ze geen seconde gescheiden houden.
En toen brak het moment aan. Een jongen kwam op me afgefietst. Ik werd uit de droom getrokken.
Ineens heette ze Guusje en leek ze toch wel erg op hun hond. Ja, ik wist het. Het moment van afscheid was daar. Maar door het nogal wazige gesprek en mijn emoties, vergat ik vervolgens afscheid te nemen. Ik keek nog even om, maar Charlotte was alweer heel ergens anders met haar hoofd. Geen bedankje, niks. Nou, daaag Charlotte, daaaag dan maar!